Belonen en straffen
Straf, maar vooral ook beloning, is essentieel voor de opvoeding van uw hond. Daarom moet u precies weten hoe en wanneer u moet belonen of straffen. Ook moet u uw hond de gelegenheid bieden in te zien waarvoor u hem beloont of straft, dus onmiddellijk als hij iets doet of heel kort daarna.
Het heeft geen zin uw hond pas te berispen lang nadat hij iets heeft gedaan wat niet mag, omdat hij de straf dan niet meer kan associëren met de daad en dus niet weet wat hij fout heeft gedaan. Als uw hond bijvoorbeeld niet meteen komt als u hem roept, dan moet u hem in geen geval straffen als hij dan eindelijk toch komt. Want dan zal hij de straf associëren met het naar u toekomen.
Ziet u echter dat hij iets doet wat niet mag, dan moet u hem direct een standje geven met een lage, strenge stem. Help dat niet, dan kunt u naast het standje ook geluiden gebruiken die uw hond onprettig vindt, om zijn gedrag te corrigeren. Wees bovendien consequent bij het belonen van uw hond. Beloon hem uitsluitend als hij iets goed heeft gedaan, en niet als hij slechts aanstalten maakte. Gebruik een hogere stem, maar blijf altijd rustig praten op een voor uw hond aangename toon. Wees creatief bij de beloning – u kunt alles gebruiken wat uw hond leuk of lekker vindt, zoals hondensnacks, met een bal spelen, knuffelen, aaien etc.